Hoofdklasse? Zal toch zeker niet?
Storks kan vanmiddag het kampioenschap in de Overgangsklasse voor het tweede jaar op rij binnen slepen. Volgend jaar wil het team zich, via de promotiepoule, verzekeren van een plekje in de Hoofdklasse. Onze illustere verslaggever, Gerard Kester, zocht uit wat het voor de club betekent als we tophonkbal terugbrengen naar Den Haag:
Freek, de voorzitter, belde mij op met de woorden: ”Gerard, Heren 1 gaat, als alles meezit, kampioen worden, net als vorig jaar! En dan gaan we promoveren! We gaan landelijke hoofdklasse spelen! Is dat niet fantastisch!”
En over dat laatste twijfelde ik dus erg.
Even in het kort een stukje van mijn voorgeschiedenis. Ik was bij AdoLakers, samen met Niels de Lugt, de TC voor de breedtesport honkbal. Dus eigenlijk een soort Larry light versie. De helft aan gewicht, minder haar op m’n gezicht. Maar verder dezelfde functie met dezelfde persoon. Toen besloot AdoLakers hoofdklasse te blijven spelen. Wij hadden het over een begroting tussen de €50.000 en €80.000 op jaarbasis. Dat moesten de jeugd/senioren amateurteams ophoesten. Bij een zeer vervelende Algemene Leden Vergadering, met veel, niet spelende, onbekende leden, werd er besloten dat AdoLakers nog een jaar hoofdklasse zou gaan spelen. Na die ledenvergadering heb ik direct mijn sleutels ingeleverd, Thor en Isabel onder mijn arm genomen, we zijn vertrokken naar Storks. Meerdere Storksleden zal dit verhaal bekend voorkomen aangezien zij ook rond die tijd naar Storks zijn gekomen.
Vandaar mijn twijfel. Is dat wel zo fantastisch?
Freek stelde voor dat ik eens met een paar mensen ging praten. Ik moest maar eens contact opnemen met Aldric Dunlop, Jurrian Koks en Ton de Jager. Ik had geen zin om met Ton en alleman te gaan zitten kletsen, in de hoop dat ik ineens enthousiast zou worden. Ik had dit namelijk al eens meegemaakt. En ik had gelijk gekregen, blijkt uit de status van het huidige AdoLakers.
Na een middagje googlelen, had ik hun drie CV’s doorgelezen. Ok, het was wel veel honkbal ervaring. Ton de Jager, oa Europees kampioen honkbal geweest. Aldric Dunlop, was op z’n 16e al tweede van de wereld in de Senior League, en heeft jaren hoofdklasse gespeeld. Jurrian Koks, als pitcher Nederlands kampioen geweest, jarenlange hoofdklasse ervaring.
Het was in elk geval leuk om eens kennis te maken. Ik met twee stenen tafelen vol kritische vragen op pad naar Storks. Ik zou ze wel eens uit gaan leggen waarom dit plannetje geen kans van slagen had.
Ik begon als echte zuinige Hollander met mijn eerste vraag:
“Waar halen wij als vereniging minimaal €50.000 vandaan?”
De mannen moesten nogal lachen om het bedrag. Aldric wist dat dit bij AdoLakers het geval was. Maar die werkte met een hele andere constructie.
AdoLakers deed het als volgt:
- Bij A.L. werden er spelers betaald. Bij Storks betalen de spelers om te kunnen spelen.
- Bij A.L. kreeg de (Amerikaanse) coach salaris en werd de huur van zijn huis betaald. Bij Storks krijgt de coach een vergoeding.
- Bij A.L. werden er reiskosten vergoeding betaald aan het team (€4000 p/m staat mij bij) Storks doet hier niet aan mee.
“Dat is leuk, maar hoeveel moet zo’n hoofdklasse team dan kosten?”
“Momenteel in de overgangsklasse kost het team zo’n €7000. Dit gaat hoofdzakelijk op aan ballen, knuppels en pakken. Er wordt namelijk twee keer per week, kort achter elkaar gespeeld, dus met één pakje red je het niet. Als we promoveren naar de hoofdklasse komt daar zo’n €13.000 bij. De licentiekosten van de KNBSB worden hoger.”
“En die verhoging van de KNBSB is €13.000?”
“Nee,” weet Ton te vertellen. “Die licentie bedraagt €4000. Maar het gezegde “Van dik hout zaagt men knuppels” gaat van kracht worden. In plaats van de sterkere composiet knuppels, moet er met houten gespeeld gaan worden. Bij de duurdere verenigingen worden deze allemaal voor het hele team vergoed. Storks heeft ervoor gekozen om per speler een beperkt aantal knuppels te vergoeden per seizoen. Dat is een kostenplaatje van €4000. De rest zijn op kosten van de speler zelf.”
“Nou is rekenen niet mijn sterkste vak, maar ik kom dan op €8000. Ik mis er nog 5!”
“Dat klopt,” gaat Ton verder. “Er zijn negen avondwedstrijden in het seizoen. Daar is licht voor nodig. Daarvoor zijn wij nu in gesprek met de gemeente. Voormalig AdoLakers heeft masten staan. Dus als dat veld is goedgekeurd en/of hersteld door de gemeente, worden die wedstrijden op de Dedemsvaartweg gespeeld. Die huur is €400 per wedstrijd. Maar dan moet het licht ook nog aan. €80 per uur.”
“De hogere licentiekosten gaan vooral op aan de drie scheidsrechters en twee officiële bondscorers per wedstrijd. De KNBSB is wel aan het kijken of het niet met minder scheids en scorers kan. Om kosten te besparen. Maar zover is het nog niet. Als je deze bedragen bij elkaar telt kom je op zo’n €13.000.” Ik heb het gedaan en het klopt ook nog es.
Samengevat : KNBSB – licentie : €4000, houten knuppels: €4000, 9x veldhuur: €3600, licht en overige kosten: €1200.
“Dat is serieus geld! En dat moet dus allemaal uit de breedtesport (jeugd/seniorenteams) komen?”
“Nee hoor. We zijn sowieso natuurlijk bezig met een sponsor. Als hoofdklasseteam is de kans groter dat er bedrijven hun naam willen verbinden, dan als je lager speelt. Verder komt er geld vrij van televisiegelden (zo’n €1500) Maar ook de gemeente Den Haag is trots op Haagse topsport. Als je aan de voorwaarden voldoet, kom je daarvoor in aanmerking. We zijn bezig om die subsidie te verwezenlijken. (zo’n €5000) Ook zijn we nog aan het onderzoeken of er nog andere subsidiegelden vrij gemaakt kunnen worden. (mocht er iemand binnen de vereniging hier meer van weten, neem dan graag even contact op.) Bovendien betalen de spelers gewoon hun contributie van zo’n €250 per jaar. En dat maal zo’n 21 spelers.” (€5250)
“Wat worden de andere teams van Storks er wijzer van?”
“Het is in eerste plaats “stoer” is om lid te zijn van een vereniging waarbij het eerste team op het hoogste niveau speelt. (wat klinkt beter, “Ik speel bij ADO Den Haag” of “Ik speel bij VOTO”? (Veel Oefenen, Toch Onderaan)”
“Bovendien wil het eerste team zich niet verstoppen voor de rest van de vereniging.” zegt Jurrian Koks, de sluitend pitcher van het team. “Zoals altijd blijft het Heren team mee helpen bij het jeugdkamp. Het is belangrijk dat de jeugd een voorbeeld heeft om naar toe te werken. Het heeft geen nut als de pupillen, aspiranten of junioren ons niet kennen. Vandaar dat wij ook clinics en trainingen blijven verzorgen. En voor de jonge kinderen, wij kunnen altijd batboys en/of batgirls gebruiken tijdens de wedstrijd! Graag zelfs! Dan maak je de topwedstrijden pas echt mee van dichtbij!”
“Ook als er weer een G-honkbal dag is, (honkbal voor mensen met een verstandelijke beperking) willen wij daar graag ons gezicht laten zien.”
Aldric vult aan: “ Eén van de problemen bij AdoLakers was, dat het eerste team totaal geen contact zocht met de rest van de vereniging. Het leken twee aparte clubs. Dat is bij Storks zeker niet het geval. Een thuiswedstrijd moet een feestje zijn. Het mooiste is als er op een middag dat Heren 1 speelt er op alle andere velden ook wedstrijden bezig zijn. Wij willen ook zeker gaan proberen om dat voor elkaar te gaan krijgen. En dan soms na afloop, of misschien al tijdens de wedstrijd een barbecue. Met vegetarische vlammetjes en loempiaatjes en schaars geklede gogo danseressen voor de vegetariërs.” (die laatste regel heb ik helaas zelf erbij verzonnen.)
“Mooi, stel dat alles goed gaat en jullie promoveren, heeft Storks dan wat te zoeken in die hoofdklasse?”
“Er zijn teams waartegen alles mee moet zitten om daar eens een puntje te pakken. We hebben het over Neptunus, Hoofddorp Pioneers, L&D Pirates, ook HCAW wordt steeds sterker. In die verenigingen gaat dan ook heel veel geld om. Het eerste team is vaak als stichting opgezet. Maar wij hebben zeker het idee, dat wij in de middenmoot kunnen eindigen. Onze kracht is zeker dat wij behalve collega honkballers, ook een vriendenteam zijn. Wij willen allemaal werken voor elkaar. Naast honkbal gaan de gesprekken onderling ook over onze baan, studies, huisdieren, vrouw/vriendin en vieze boekjes. Dat is een groot verschil met de (soms) professionele spelers waar tegen wij moeten. De band tussen die spelers is vaak minder.”
“En hoelang blijft dit leuke vriendenteam dan bij elkaar? Is het volgend jaar dan al weer over?”
“Zoals ik het inschat zijn er geen “verenigings-hoppers.” zegt Jurrian. “Ik heb niet de indruk dat er spelers gaat verhuizen naar andere verenigingen omdat het daar beter zou zijn. Veel van het team zijn ook toe aan een nieuwe uitdaging. Juíst door een stap hoger te maken, blijft het team compleet.” Aldric vult aan:” In zijn carrière, heeft hij nog niet eerder meegemaakt, dat een team zo goed met elkaar omging. Het is dan niet allemaal eigen kweek, maar het voelt wel alsof we elkaar al heel lang kennen. We hebben spelers van Tsunami die vroeger wel weer van Storks afkwamen. Maar ook sommige van elders. Er zijn veel jongere spelers die van de drie meer ervaren spelers veel leren. Het is de perfecte mix Genoeg potentie om te groeien, maar wel met ervaren rustpunten.”
“Hebben jullie al een mascotte om het publiek op te jutten?”
“Dat is het enige waarover we nog niet hebben nagedacht. Storky zou een goeie zijn, maar ADO Den Haag wil die vast niet afstaan. Als iemand een goed idee heeft, dan horen wij dat graag.”
Ton, de veteraan van de groep wil aan het eind van het gesprek, toch nog even wat kwijt. Hij is zelf 40 jaar geleden weer terug gekomen op het oude ooievaarsnest. Om hoofdklasse te spelen. 25 jaar later werd hij weer naar Storks getrokken, maar nu om met al zijn kennis in het bestuur plaats te nemen. Maar wat hem vooral het idee geeft dat dit kan slagen is het volgende. “In 1979 speelde Storks ook hoofdklasse. Als je kijkt naar het rijtje verenigingen dat er toen hoofdklasse speelde, bestaat er al meer dan de helft niet meer. Dus Storks heeft bewezen een solide vereniging te zijn. Ook in de hoofdklasse. Ik denk dat dit team een serieuze kans maakt om gekke dingen te laten zien. Dus laten we gewoon voor spektakel gaan. Niet geslagen is altijd mis, zeg ik altijd maar. We moeten de stoute spikes aan durven trekken.”
“We hopen natuurlijk dat er veel publiek op onze wedstrijden af komt,” vult Aldric aan. “Met een tiende man op de tribune gaat het net even makkelijker. Ze zeggen niet voor niks: Zoals de slagman thuis tikt, tikt ie nergens. We moeten vooral ons eigen spel blijven spelen. En als het een keer minder gaat niet gelijk de handschoen in de ring gooien.”
“Helemaal mee eens,” zegt Jurrian. “Je ziet zo vaak dat de wedstrijd pas beslist wordt in de laatste inning. Het Japanse gezegde : Wie het laatst lacht, slaat het hardst, is bij honkbal zeker van toepassing. Doorgaan tot het eind is het streven, en niet voortijdig het knuppeltje in het hoenderhok erbij neer leggen.”
Toen ben ik maar gauw vertrokken. Het werd allemaal even te veel. Die zijn niet goed in hun hoofd die honkballers. Een iets te hoog gehalte “geraakt slagman” zou ik zeggen. Maar misschien dat die “gekte” wel nodig is om te slagen. Als de sfeer binnen het team zo is, als dit gesprek is verlopen. Serieus bezig zijn, maar achteraf voldoende ruimte voor lol met elkaar, dan zou er zomaar eens wat raars kunnen gebeuren aankomend seizoen. David en Goliath op het Schapenatjesduin! Dat zou nog eens een mooie titel zijn voor een wedstrijdverslag. Ik zie het wel voor me. Zonnetje, sapje, volle velden, volle tribune, en een barbekjoetje als afsluiting. (met voor de vegetariërs …)
Ik word bijna enthousiast! Ik denk dat het echt kan gaan gebeuren. Het lijkt mij fantastisch!
Hé, wat zeg ik nou??